Streef jij naar eenheid?

Er zijn heel wat verschillende stromingen binnen christelijk Nederland. En als we eerlijk zijn, hebben we allemaal wel zo onze vooroordelen over bepaalde andere stromingen. De een vindt een stroming te zweverig, een ander vindt een stroming te traditioneel, weer een ander vindt de mensen van een stroming niet bijbels genoeg en ga zo maar door. Eigenlijk is er over elke stroming wel wat te zeggen. En als we eerlijk zijn, is onze eigen kerk ook niet perfect. Maar in ieder geval beter en dichter bij Gods woord dan die andere kerk…

‘Wij’ versus ‘zij’

En zo kunnen we het elkaar als christenen best moeilijk maken. We denken graag in ‘wij’ en ‘zij’. Dat is niet alleen binnen kerken zo, maar dat is overal zo. Het is fijn om een ‘wij’ te hebben. En iedereen die het niet met deze ‘wij’ eens is, wordt een ‘zij’. Dat voelt lekker veilig, zo creëer je je eigen veilige groep.

Maar het is Gods bedoeling nooit geweest dat we een ‘wij’- en een ‘zij’-groep hebben binnen het geloof. In de Bijbel wordt meerdere malen opgeroepen tot eenheid. En ergens hebben we vaak het idee dat dat alleen geldt voor onze eigen stroming, onze eigen gemeente. Want die anderen, die zijn niet te bereiken, die leven in hun eigen bubbel. Maar als God het over eenheid heeft, dan heeft Hij het over eenheid binnen zijn gehele kerk, onder alle gelovigen en niet alleen binnen een stroming. Net zoals dat in de tijd van het Nieuwe Testament ‘Joden’ en ‘gelovigen uit de heidenen’ ook een eenheid moesten vormen, ondanks de vele verschillen.

3 opvallende punten over eenheid

Paulus schrijft het volgende in Efeze 4:1-7 en 11-13a (HSV):

Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is, in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen, en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede; één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is.

Maar aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus – En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God.

  1. Wat opvalt is dat Paulus het heeft over ‘eenheid bewaren’. Eenheid bewaren betekent dat de eenheid er al is. God heeft aan de gelovigen eenheid gegeven. Aan ons de taak om deze eenheid te bewaren, want ondanks dat God ons eenheid geeft, kunnen we deze eenheid blijkbaar wel kwijtraken.
  2. Een tweede punt dat opvalt is dat God ons allemaal andere gaven en taken heeft gegeven. Wij zien dit verschil al snel als iets wat de eenheid bemoeilijkt. De ander is anders dan ons en dus hebben we zo onze meningen over de ander. Maar wat Paulus hier zegt is dat wanneer wij al onze verschillen bundelen, dat tot opbouw van het lichaam van Christus is en het er toe leidt dat we meer kennis over God zullen hebben. Elke christen draagt een stukje van God in zich en juist door van elkaar te leren zullen we God steeds beter leren kennen. Tot eenheid komen en God beter leren kennen is één van de levensdoelen van een christen. Laat dat eens tot je doordringen.
  3. Het laatste punt dat opvalt, is dat Paulus ons wat tips mee geeft om tot een eenheid te komen. Namelijk: door nederig en zachtmoedig te zijn, geduld met elkaar te hebben en elkaar in liefde te verdragen.

Aan de slag

Neem eens een kerk in gedachten die ver bij jou weg lijkt te staan.

– Wat kun je leren van de mensen uit deze kerk?

– Wat kan jij in je houding veranderen zodat je andere gelovigen met nederigheid, zachtmoedigheid, geduld en liefde tegemoet treedt?


Deze overdenking schreef ik voor zijlacht.nl.
Kijk op https://zijlacht.nl/blog/ voor meer overdenkingen van verschillende schrijvers.